Op 12 november werd er in de commissie binnenlands bestuur een vraag gesteld aan minister Bart Somers door Katrien Schryvers van Cd&V:
Collega’s, dit is een ander thema dan veel thema’s die hier aan bod komen, maar het wint steeds meer aan belang. Mensen willen almaar meer een persoonlijke invulling van hun afscheid. In de voorbije jaren zijn er al verschillende zaken op dat vlak decretaal gewijzigd. Ik denk aan de natuurbegraafplaatsen die tegemoetkomen aan vragen die mensen hebben. Als 1 november eraan komt, komen dergelijke thema’s altijd weer aan bod in de pers.
Dat was ook nu het geval. We konden lezen over een pleidooi van de Uitvaartunie Vlaanderen voor de invoering van een officieel kwaliteitslabel voor uitvaartondernemers. Wanneer nabestaanden momenteel niet tevreden zijn over het werk van een uitvaartondernemer, dan kunnen ze met hun eventuele klachten daaromtrent enkel terecht bij een uitvaartfederatie.
Daarbij zijn er evenwel een aantal problemen. Een beroepsfederatie is geen officiële instantie, niet alle uitvaartondernemers zijn erbij aangesloten en bovendien kan dergelijke federatie in geval van klachten enkel een bemiddelende rol opnemen. En ook dat blijkt niet altijd te lukken, want bemiddelen kan alleen maar als beide partijen daartoe de nodige bereidheid aan de dag leggen.
Het allerergste is dat als men zich in zo’n situatie bevindt, men dat niet meer kan rechtzetten. Als nabestaanden de ervaring hebben dat ze niet goed geholpen worden bij de uitvaart van een geliefde, dat ze niet op de manier zoals zij dat wensen afscheid hebben kunnen nemen, dat hun waardigheid niet genoeg werd gerespecteerd, dan is dat natuurlijk niet meer recht te zetten voor de mensen in kwestie.
De sector stelt dat het goed zou zijn indien van overheidswege werk zou worden gemaakt van een kwaliteitslabel. Ze wijzen erop dat ze al een aantal jaren voor een dergelijk erkend label pleiten, maar dat ze tot op heden daartoe geen steun ondervonden van de overheid.
Zeker in een uiterst gevoelige sector als de organisatie van de lijkbezorging is een onberispelijke dienstverlening absoluut noodzakelijk. De Vlaamse regelgeving bevat dan ook, terecht, heel wat precieze voorschriften en richtlijnen, die zowel de lokale overheden als de andere betrokkenen bij dat gebeuren moeten respecteren. Maar we zien in de praktijk dat de vragen van mensen alsmaar evolueren en een meer persoonlijke invulling krijgen.
Minister, hoe staat u tegenover de mogelijke invoering van een kwaliteitslabel, teneinde de kwaliteit van de diensten geleverd door een uitvaartonderneming te garanderen? Welke inspanningen denkt u vanuit uw eigen bevoegdheden te kunnen leveren om de invoering van een kwaliteitslabel te bewerkstelligen? In welke mate plant u verder overleg met de uitvaartsector over de mogelijke invoering van een kwaliteitslabel? Wat zijn volgens u de meest aangewezen werkwijzen om de kwaliteit van de door de uitvaartondernemers geleverde dienstverlening te garanderen?
Waarop de minister Bart Somers antwoordde:
Mevrouw Schryvers, ik dank u voor die vraag. Het gaat inderdaad over een diepmenselijk thema: afscheid nemen van een geliefde of een kennis die overleden is. Je wilt graag dat dat op een waardige en respectvolle manier gebeurt. Ik heb begrepen dat er een recente vraag is van de Uitvaartunie Vlaanderen, die ook in de pers stond, met de vraag om een officieel kwaliteitslabel voor uitvaartondernemers in te voeren.
U weet dat wij sinds de zesde staatshervorming bevoegd zijn voor de vestigingswetten. Dit is natuurlijk geen vraag naar een vestigingswet. Die hebben wij in Vlaanderen, zoals u weet, afgeschaft op 1 januari 2018. De vraag vanuit de sector is hier of de overheid wil meewerken aan een kwaliteitslabel.
Zelf geloof ik nogal sterk in autoregulering. Vanuit een verantwoordelijkheid of responsabilisering van sectoren, denk ik dat de sector idealiter zelf een kwaliteitslabel ontwikkelt en daarbij vanuit zijn knowhow en kennis een aantal randvoorwaarden definieert. Hier is de sector nogal vragende partij dat de overheid dat zou doen. Het is een bevoegdheid die ook wat te paard zit met de bevoegdheden van onder meer collega Crevits.
Ikzelf ga de sector uitnodigen om van gedachten te wisselen en goed te begrijpen waar ze naartoe willen. Ik ga proberen hen er maximaal van te overtuigen om een kwaliteitslabel te maken vanuit de sector zelf, maar als er vanuit de overheid – en zij kunnen ons met goede argumenten ter zake overtuigen – een aantal stappen moeten worden gezet of als er faciliterend moet worden opgetreden of wat dan ook, dan wil ik daar zeker naar luisteren. Ik ga dat ook doen in overleg met collega Crevits. Er is dus zeker geen gesloten deur. Ik ben altijd bereid om te luisteren en te kijken waar die specifieke nood aan een overheidsinterventie juist zit. Maar het is evident dat ik ook wil proberen om de sector een stukje te responsabiliseren, en daar een goed evenwicht in te vinden.