Vorige week kwam het nieuwsbericht over de Nederlandse rouwbus en dat het Belgische Van Hool de bus speciaal had omgebouwd tot een bus waarbij nabestaanden samen met hun overledene vervoerd kunnen worden. We kijken even hoe wij in Vlaanderen en België omgaan met ons rouwvervoer of liever, lijkvervoer.
Is Vlaanderen klaar voor alternatief rouwvervoer?
Het alternatief rouwvervoer is iets dat in Vlaanderen nog niet echt gekend is. Zo zijn er weinig fietsen die kisten vervoeren, koetsen of een rouwbus. De Vlaming is misschien wat ‘ouderwets’ op dat vlak. In grootsteden worden plechtigheden met urne al door kleine auto’s uitgevoerd. In Antwerpen is vooral de BMW Mini Cooper of Fiat 500 bekend als ‘lijkwagen’. Voor een dienst met een urne is dit ideaal en laat de wetgeving dit toe. Want een urne mag je vrij vervoeren.
Laat onze wetgeving dit wel toe?
Maar hoe zit het met een lichaam en kist? Als we de Vlaamse wetgeving bekijken, mag een lichaam enkel door een daartoe ingeschreven auto vervoerd worden. Een lijkwagen dus. De lijkwagen moet bij inschrijving voldoen aan bepaalde voorwaarden. De rouwbus of ander alternatief vervoer voldoen niet aan deze wettelijke voorwaarden. Maar onze wetgeving zou geen Vlaamse wetgeving zijn, mocht men daar geen passend antwoord op geven: “vervoeren in een lijkwagen of een daartoe passende wijze”. Wat moet men nu verstaan onder “een daartoe passende wijze”.
Wat is passend om een kist en lichaam te vervoeren?
Is dat een koets? Een fiets? Een rouwbus? Wat is passend en wat niet? Het spreekt voor zich dat alles met het nodige respect moet gebeuren. Is Vlaanderen wel klaar voor die alternatief vervoer? We zijn al zo bang om over de dood te praten of ermee om te gaan, laat staan een fiets met kist door de straat te zien rijden.
Onze cultuur zal niet snel veranderen, als we praten over rouwvervoer. De klassieke lijkwagen is nog altijd de meest gebruikte en verkozen auto om een urne of lichaam met kist te vervoeren. Zeker in de landelijke gebieden, moet met niet snel met een alternatief een lijkstoet vormen. In Nederland is het dan weer een heel ander verhaal, dat al jaren aan de gang is.
De Vlaming heeft veelal meer tijd nodig om zich aan te passen, het kan wel komen, maar wellicht is het nog niet voor morgen.